Vrouwen uit deze periode streefden naar perfectie. Uit deze behoefte ontstond een nieuw beroep, die van de kapper (coeffeur). Deze mannelijke bediende nam de taak uit handen van het kamermeisje, die in vroeger tijden altijd degene was geweest die zich over het kapsel van haar meesteres had ontfermd. Het betrof een revolutionaire ontwikkeling: intiem manueel contact met een man die niets anders te bieden had dan hoogstens zijn kapperstalent was bepaald niet iets dat gemakkelijk geaccepteerd werd door de sociaal voorname klasse.
Hij draagt zijn haar heel modieus: tot over de schouders, scheiding in het midden en platgekamd. Soms hadden mannen van nature uiteraard geen weelderige haardos en dan moest er vals haar aan te pas komen. Het gezicht is gladgeschoren, met uitzondering van een snor.

Make-up
in de gouden eeuw werd er veel make-up gedragen. vooral in de hogere klasse was het dragen van make-up een standaard. vrouwen van hoge klasse poederden vaak hun hoofd in een hele lichte kleur (wit) en brachten dan roze of rode rouge aan op de wangen. ook werden wenkbrauwen zwart gemaakt en werd er heel veel donkere oogschaduw gemaakt. In deze klasse was het make-up gebruik dus heel uitbundig.
Plattelands meisjes droegen ook make-up maar dit was veel natuurlijker. zij gebruikten natuurlijke en wat donkerdere gelaatskleuren. deze kleuren werden dan ook tot de lagere klasse beschouwd.
In de gouden eeuw werd make-up ook door mannen gebruikt. vooral in de laatste 10 jaar van de gouden eeuw gebruikte mode bewuste mannen vaak rode rouge op hun wangen en rode lippenstift om de lippen meer kleur te geven.

Pruiken en haar
Ook pruiken waren in de gouden eeuw heel erg in. het kapsel liet namelijk ook een beetje een politieke visie zien. Per groep liepen mensen rond met verschillende soorten kapsels. snorren en baardjes werden ook goed verzorgd en gekamd.

Maak jouw eigen website met JouwWeb